Coachen naar bevlogenheid

Bevlogenheid is met veel energie en toewijding je werk doen en onmisbaar voor professionals (bestuurders, topmanagers, commissarissen/toezichthouders en high potentials). Immers, hun verantwoordelijkheden zijn groot, en van hen wordt verwacht dat zij mensen en ingewikkelde processen effectief kunnen beïnvloeden. Bovendien moeten zij beschikken over een hoge mate van zelfsturing. Bevlogen mensen zijn fit, doen hun taken met plezier, zijn effectief en hebben een positieve invloed op hun omgeving.

Een duurzame strategie vraagt moed en ondernemerschap in de boardroom

Bij de transformatie naar een duurzame samenleving moeten we het niet van bange ondernemers hebben. Integendeel, het zullen de moedige mannen en vrouwen zijn die door systemische verandering in het nieuwe kapitalisme (Henderson, 2020) succesvol zijn. Instaan voor duurzaamheid vergt moed en vraagt ondernemerschap. Immers, meer doen dan het oude paradigma – dat van focus op uitsluitend financiële waardevermeerdering – betekent voor de kudde uit durven lopen.

Woningcorporaties zijn niet de melkkoe van de woningmarkt

Nog één keer pakken de woningbouwcorporaties de rekening op. Om Vestia overeind te houden, betalen we de rente op hun nog openstaande schulden. Maar politici moeten begrijpen dat de sector niet langer hun melkkoe is. Als we de woningnood echt willen terugdringen moeten de woningcorporaties eerst weer financieel gezond worden gemaakt. Een idee voor de kabinetsformatie?

‘Moral responsibility of enterprise’ betekent ook ‘moral responsibility of advice’

Was u ook zo geraakt door het artikel van Tom Peters, co-auteur van In Search of Excellence en ex-McKinsey consultant, in de Financial Times van 15 februari jl.? Peters geeft aan dat hij enorm teleurgesteld is in McKinsey door de afkoop van claims (circa $ 600 mln) die te maken hebben met het advies van McKinsey aan Purdue Pharma, die de US opioid crisis heeft verergerd. In het advies werden blijkbaar doden en verslaafden gezien als afkoopbaar, en berekend als kostenpost.

Van purpose naar impact – zonder meten geen geloofwaardigheid

Intrinsieke motivatie om ‘het goede’ te doen, toenemende druk van buitenaf, win-winmogelijkheden of een combinatie: er zijn verschillende beweegredenen voor organisaties om duurzaamheid te integreren in hun businessmodel. Toch worstelen bestuurders en commissarissen vaak met de manier waarop ze deze verantwoordelijkheid voor duurzaamheid het best kunnen invullen.

Parlementair onderzoek toont falen in de governance aan

Net als u, heb ik de afgelopen week de verhoren van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag met stijgende verbazing gevolgd. Een vijftal zaken vielen mij op.

Ten eerste de vooringenomenheid van de vragenstellers, waar veel van de geïnterviewden geen raad mee wisten. Joop van Lunteren benoemde dit ook al in het FD van 21 november jl. Af en toe bekroop me het ook gevoel dat de vragenstellers niet goed wisten waar ze naar op zoek waren en daardoor nalieten om door te vragen. Waarheidsvinding is ook best een lastige uitdaging als je geen ervaring hebt met dit soort forensische onderzoeken.

Duurzaamheid loont en vraagt om vier concrete stappen

Driekwart van de consumenten vindt het belangrijk dat ondernemingen een positieve bijdrage leveren aan milieu, maatschappij en welzijn van mensen. Deze grote waardering van – in één woord samenvattend – duurzaamheid lezen we in het rapport ‘Dossier Duurzaam 2019’.

Duurzaamheid is een urgent thema. De Duurzame Ontwikkelingsdoelen of Sustainable Development Goals (SDG’s) van de VN zijn leidraad voor de wereldwijde transformatie die nodig is om toekomstbestendig te ondernemen.

Als er existentiële vragen op je pad komen als CEO of bestuurder

In de (coach)praktijk van SMC komen wij nog wel eens bestuurders tegen met existentiële vragen. Als je met levensvragen geconfronteerd wordt, zijn er grofweg drie reacties mogelijk: fight, flight of freeze. Soms proberen executives dergelijke vragen te negeren of weg te duwen. Levensvragen zouden hun effectiviteit alleen maar in de weg zitten en hun prestaties niet ten goede komen. Existentiële vragen kunnen verlammend werken; de toekomst lijkt leeg. Vaker evenwel gaan de bestuurders met wie wij in contact komen de confrontatie aan en komen ze er sterker uit, voor zichzelf en voor anderen.

Evaluatie van de commissarissen bij portfolio-ondernemingen van private-equityfondsen; noodzakelijk of niet?

Enige tijd geleden heeft SMC bij een portfolio-onderneming in bezit van een aantal private equitypartijen een evaluatie van de raad van commissarissen gefaciliteerd. Voor alle betrokken partijen bij die onderneming een uiterst leerzame exercitie die geïnitieerd en gedreven werd door de voorzitter van de raad van commissarissen. Echter, intussen blijkt uit een rondje langs de velden, dat een dergelijke evaluatie en de prominente rol van de voorzitter daarin een weinig voorkomend fenomeen is in het land van participatiemaatschappijen.